Wanneer Verschillen Bloeien | Ikebana Verhalen
- Ilse Beunen

- 17 nov
- 3 minuten om te lezen
Soms tikt een herinnering je zachtjes op de schouder, juist wanneer je het niet verwacht.
Bij mij gebeurde het tijdens een ikebanaworkshop in Washington DC. Ik keek toe hoe mensen samen werkten, tafels schoonmaakten, opruimden, en hoe de ruimte zich vulde met dat heerlijke gevoel van vanzelfsprekend begrip.

Dat stille samenspel raakte een oud deurtje in mijn geheugen. Plots zat ik weer in 2016, in Brugge, omringd door gelach, verwarring en een foto die maar niet lukte.
De borden waren net afgeruimd, stemmen werden luider, iedereen was half ontspannen maar nog niet klaar om afscheid te nemen. Het was fototijd, na het diner.

Het Japanse team van Akane Teshigahara, het hoofd van de Sogetsu-school, had vriendelijk gevraagd eerst een foto te nemen met de Belgische vrijwilligers, daarna met de Nederlandse.
De boodschap raakte onderweg wat zoek, en veranderde in een vrolijk ballet van goede bedoelingen, zoals dat gaat wanneer enthousiasme het wint van duidelijkheid.
Wat volgde was een charmante chaos van beleefde verwarring, vriendelijke armgebaren en een kakofonie van gelach in vier talen en nog meer accenten.

Uiteindelijk wilde niemand twee fotoās. We kropen allemaal samen, Belgen en Nederlanders naast elkaar, glimlachend in ƩƩn grote groep. Verschillende culturen, ƩƩnzelfde gevoel van plezier.
Een paar jaar later, in 2019, dook datzelfde warme gevoel opnieuw op, dit keer veel verder van huis, in Chicago.
Het was mijn eerste grote demonstratie, georganiseerd door Ikebana International, een organisatie die beoefenaars uit verschillende ikebanascholen samenbrengt.

Hoewel ik zelf Sogetsu-ikebanist ben, kwamen leden van de Ohara-school en andere richtingen helpen achter de schermen.
Het Ohara-team hielp mee bladeren aan een draad te rijgen, wat resulteerde in de schikking hieronder.
Vriendelijkheid had geen repetitie nodig. Ze was er gewoon.

Hun warmte en samenwerking gaven me het gevoel deel uit te maken van iets veel groters, niet enkel een demonstratie, maar een gedeeld feest van onze kunst.
Die momenten zijn me bijgebleven: kleine herinneringen aan hoe samenwerking voelt wanneer ze vanzelf stroomt.
Sindsdien heb ik vaak gedacht: ikebana lijkt een beetje op muziek.
Vandaag bestaan er zoān tweeduizend ikebanascholen. Dat klinkt veel, maar denk eens aan hoeveel muziekstijlen uit ƩƩn simpel ritme zijn ontstaan.
Elke school heeft haar eigen toon en filosofie. Sommigen houden van jazz, anderen van klassiek, en weer anderen van een beetje rock-ān-roll.

Er is niet ƩƩn waarheid, alleen vele smaken, meningen en manieren om schoonheid uit te drukken.
En juist dat houdt ikebana levend: de verscheidenheid, de persoonlijke stem, de vrijheid om de natuur op talloze manieren te interpreteren.
Zoals in muziek ontstaat harmonie pas wanneer de instrumenten naar elkaar luisteren. Zo is het ook met mensen.
Misschien is dat wel wat ikebana zo boeiend maakt: het is altijd een gesprek geweest tussen culturen.
Het groeide uit Chinese bloemoffers, vond vorm en verfijning in Japan, en reist nu in zoveel handen de wereld rond.

Elke schikking vertelt een verhaal van leren, aanpassen en evenwicht vinden in verschil.
Diezelfde geest heb ik sindsdien vaak mogen ervaren. Ze geeft me energie zonder woorden, een stille drijfveer die telkens weer ontstaat wanneer mensen samen creƫren.
En als je straks een paar takken in een vaas zet, let dan eens op hoe ze lijken te praten voordat ze hun plaats vinden.
Dat stille gesprek, dƔt is harmonie.




Opmerkingen