Word Verliefd op de Lastige Schikking | Ikebana Verhalen #12
- Ilse Beunen
- 22 apr
- 2 minuten om te lezen
Het was 1997, het zeventigste jubileum van de Sogetsu-school. Ik was begin dertig en zat – met kriebels in de buik – tussen een zee van studenten en docenten in het hoofdkwartier van Sogetsu in Tokio. Op het podium: Hiroshi Teshigahara, de derde Iemoto, die ons betoverde met een demonstratie. De zaal trilde haast van opwinding.
Na de demonstratie volgde een vragenronde. En daar kwam hij: mijn stille, kleine cultuurschok.

Een Japanse docente stak haar hand op en vroeg: "Nageire is zo moeilijk, mogen we eerst de moribana-schikkingen onderwijzen voor we aan nageire beginnen?"
Een andere docente wilde weten hoe je de technieken het best uitlegt aan studenten. Let wel: dit waren geen groentjes. Het waren lesgevende Japanners. En ik? Ik verstijfde. Dacht: “Maar... dat zouden ze toch al moeten weten?”

Hiroshi antwoordde rustig, maar met de nodige klem: als docent moet je beide stijlen beheersen. En als ikebanist is het leren van beide simpelweg essentieel.
Voor wie de woorden moribana en nageire niet meteen iets zeggen: laat me ze kort toelichten. Het zijn de basisoefeningen waar elke ikebanastarter zich aan waagt.
Moribana – letterlijk "opgestapelde bloemen" – gebruik je in een brede, ondiepe schaal met een stekelige kenzan (denk: bedje van nagels) om de stelen op hun plek te houden. Een beetje zoals fietsen met zijwieltjes: stabiel, gestructureerd, ideaal om mee te beginnen.

Nageire daarentegen, is de poëtische rebel. Schikkingen in hoge, smalle vazen, zonder kenzan in zicht, waarbij alles op slimme, onzichtbare technieken steunt. Moeilijker, ja. Maar o zo sierlijk als het lukt.

Ik verkies nageire boven moribana. Altijd al. Moribana is praktisch, zeker, en eenvoudiger te onderwijzen. Vandaar dat veel Sogetsu-practici die richting uitgaan. Maar nageire... dat heeft een subtiele elegantie die me meer ligt. Het voelt natuurlijker aan.
En met zijn ranke, verticale vorm past het perfect op een kast of boekenplank — iets wat moribana’s brede containers zelden toelaten. En geef toe: wat extra plek op het dressoir komt altijd van pas.

Maar pas op: nageire is technisch. Het vereist kennis. En oefening. Veel oefening. Misschien verklaart dat de twijfel die ik die dag in Tokio zag. En toch: wie het goed aanleert, ontdekt een nieuwe vrijheid. Een goede nageire lijkt geen vaas nodig te hebben — alsof de bloemen zelf besloten om elegant te zweven, puur op eigen wilskracht.

In mijn atelier hebben we een kleine vuurdoop. Tijdens een gevorderde workshop voor ikebanadocenten moet je je nageire-schikking zélf de trap op dragen, naar Ben’s fotostudio. Komt ze boven zonder brokken? Dan zat je fixatie goed. Zo niet... dan terug naar de oefenbank. De trap, geloof me, is een bijzonder eerlijke recensent.
コメント